[h3]Voortzetter van het F.VII succes [/h3]
De prestaties van de [wiki]Fokker F.VIIa-3m|F.VIIa-3m[/wiki] in de Ford Reliability Tour gingen niet onopgemerkt voorbij aan het Amerikaanse leger. Het Army Air Corps vroeg het [wiki]vliegtuig[/wiki] te mogen testen, waarop [wiki]Fokker[/wiki] de in de wedstrijd gebruikte F.VIIa-3m uitleende. De militairen waren enthousiast en bestelden drie toestellen. Wel stelden zij hun eigen eisen, zoals een bredere [wiki]romp[/wiki] en een [wiki]cockpit[/wiki] voor de [wiki]vleugel[/wiki] in plaats van ingebouwd onder de vleugel. De vleugel zelf en het staartgedeelte behoefden (voorlopig) geen verandering. Het leger gaf de Fokker de militaire aanduiding C-2 (aanvankelijk XC-2). Het Army Air Corps gebruikte voor haar vliegtuigen voor "cargo and transport"-doeleinden de letter "C". In deze categorie was deze aanzienlijk gemodificeerde variant van de F.VIIa-3m dus het tweede type. De fabrieksaanduiding was Model 7. Merkwaardigerwijs handhaafde de Amerikaanse Fokkerfabriek de militaire aanduiding C-2 ook voor de civiele uitvoeringen. Behalve het leger toonde ook de Amerikaanse marine belangstelling. Zij bestelde eveneens drie toestellen en gebruikte ook weer een eigen aanduiding: TA-1, waarbij de "T" stond voor "Transport" en de "A" voor "Atlantic". De militaire toestellen werden alle voorzien van Wright Whirlwind J5 motoren van 220 pk. De civiele versies kregen de iets minder krachtige Whirlwind J4 van 200 pk. De eerste machine voor het leger werd aangepast voor langeafstandsvluchten. Om een hoger startgewicht mogelijk te maken, werd dit vliegtuig voorzien van een vleugel met 2,40 meter grotere [wiki]spanwijdte[/wiki], die Fokker in Amsterdam reeds toepaste bij de F.VIIb-3m. Dit beviel zo goed dat het leger en de marine bij hun vervolgorders de grotere vleugel als standaard eisten. Acht nieuwe machines voor het leger kregen de aanduiding C-2A en drie toestellen voor de marine TA-2. De US Navy veranderde later deze aanduidingen in RA-1 en RA-2 om verwarring te voorkomen met de torpedovliegtuigen, waarvoor zij ook al de "T" gebruikte. Toen later de vernieuwde versie van de Wright Whirlwind (de J6 van 300 pk) werd toegepast, kreeg de marine-uitvoering met deze motoren de aanduiding RA-3. De marinetoestellen werden in de jaren 1927 en 1928 ingezet ten behoeve van de mariniers in Nicaragua, waar de Amerikanen ook toen al militair actief waren. Een later ontwikkelde militaire uitvoering werd aangeduid als C-7.

[h3]Beroemde vluchten[/h3]
Met de C-2 zijn enkele beroemde vluchten gemaakt. Op 28 en 29 juni 1927 legden luitenant Lester J. Maitland en Albert F. Hegenberger met de militaire C-2 "Bird of Paradise" een afstand af van 3860 kilometer tussen San Francisco en Honolulu. Zij waren daarmee de eersten die de Stille Oceaan met een vliegtuig overstaken. Een tweede grote prestatie werd geleverd met de C-2 "Question Mark", die in januari 1920 maar liefst 150 uur en 40 minuten onafgebroken, ofwel bijna een week in de lucht bleef. Daarbij verstookten de motoren 22.000 liter brandstof. Op zo'n hoeveelheid waren de tanks van het vliegtuig natuurlijk niet berekend, maar de Question Mark werd tussentijds in de lucht bijgetankt. In totaal werd meer dan 20 ton goederen vanuit andere vliegtuigen overgeladen. Op 7 januari dwong een motorstoring tot het be?indigen van de recordvlucht. Er was toen 37 keer bijgetankt. De bemanning bestond uil gezagvoerder majoor Carl Spaatz, eerste vlieger kapitein Ira C. Eaker, vlieger luitenant Harry A. Halverson, vlieger-luitenant Elwood R. Quesada en bwk sergeant Roy W. Hooe.

[h3]Civiel[/h3]
De civiele C-2's boden plaats aan acht passagiers. Fokker leverde vier zulke toestellen aan Pan American Airways, Colonial Airways (2) en Richard E. Byrd. Laatstgenoemde gebruikte de C-2 voor een transatlantische vlucht van New York naar Parijs. Dat gebeurde zes weken na de vlucht van Charles Lindbergh. Het vliegtuig, dat "America" heette, had eigenlijk voor Lindbergh de oceaan moeten oversteken, maar het raakte beschadigd bij een ongeluk, waarbij vlieger Bennet gewond raakte. Byrd moest wachten op reparatie en de eer laten aan zijn landgenoot. Het vliegtuig vertrok op 29 juni 1927 uit New York. Behalve Byrd bevonden zich aan boord Bert Acosta, Bernt Balchen en George Noville. Na 40 uur vliegen in slecht weer verscheen de machine boven Parijs, waar toen wegens dichte mist niet kon worden geland. De bemanning besloot uit te wijken naar het strand van Ver-sur-Mer. De landing slaagde niet helemaal. De machine kwam tot aan de vleugels in het water te staan. De Franse marine sleepte de Fokker het strand op, waarna het toegestroomde publiek het vliegtuig sloopte. Er bleef op het strand niet meer dan een geraamte over. De post met bestemming Parijs en een Amerikaanse vlag voor de Franse president konden uit de gretige handen worden gered. De bemanning bleef een nacht in Ver-sur-Mer en vertrok de volgende dag naar Parijs. Het huis van de toenmalige burgemeester waar Richard Byrd toen overnachtte, is aangekocht door een stichting om er een museum in te richten.



Bronvermelding
  • Fokker Commercial Aircraft written by Public Relation Department of the N.V. Koninklijke Nederlandse Vliegtuigenfabriek Fokker and Hein van Meerten. Den Haag: Haagse drukkerij, The Hague, 1994.